Goede termen maken erfgoed vindbaar
Je collectie online zetten is één ding. Maar zorgen dat mensen het ook vinden? Dat begint bij goede beschrijvingen met duidelijke termen en metadata.
Stel, je ziet een interessant erfgoedobject online. Wat wil je dan weten? Waarschijnlijk zoiets als: Wat is het? Waar gaat het over? Wanneer is het gemaakt?
Als je erfgoedobjecten beschrijft met zulke vragen in je achterhoofd, sluit de informatie beter aan bij wat het publiek zoekt. Verhalen en duidelijke context maken erfgoed veel aantrekkelijker.
Vroeger waren beschrijvingen vooral bedoeld voor intern gebruik, zoals beheer of onderzoek. Daardoor zijn ze vaak kort, technisch of onduidelijk, met afkortingen of opmerkingen als “verder onderzoeken”.
Maar nu collecties ook online worden getoond, is er meer nodig. Goede beschrijvingen in duidelijke taal maken erfgoed toegankelijk voor meer mensen.
Metadata
Jouw digitale erfgoedcollectie bestaat uit informatieobjecten. Zo’n object is een digitaal bestand met extra informatie. Die extra informatie noemen we metadata – dat betekent: gegevens over het bestand. Metadata kan automatisch worden toegevoegd, zoals de datum waarop het bestand is gemaakt of het bestandsformaat. Daarnaast voegen collectiebeheerders zelf informatie toe. Die gaat over het digitale bestand zelf, maar meestal over het fysieke object op de foto of scan. Deze inhoudelijke metadata is heel belangrijk om het bestand online goed vindbaar te maken.
Aan de slag
Als je in de metadata van een erfgoedobject de vragen Wie? Wat? Waar? en Wanneer? beantwoordt, wordt het beter vindbaar. Gebruik daarbij ’termen’: woorden uit een gemeenschappelijk gebruikte lijst, zoals bijvoorbeeld plaatsnamen uit de termenlijst GeoNames. Zo help je gebruikers sneller te vinden wat ze zoeken.
Als iemand iets heeft gevonden, wil die persoon vaak ook weten of het bestand opnieuw gebruikt mag worden. En zo ja, moet de maker dan genoemd worden? Daarom is het belangrijk om bij elk object de juiste rechteninformatie toe te voegen.
Het beschrijven van erfgoedobjecten werkt het best als je dit doet op basis van een plan. Heb je nog geen plan? Zet dan de volgende stappen:
- Waar sta je nu? Welke informatie over je collectie is nog onduidelijk of ontbreekt?
-
- Geef je al antwoord op de vragen: Wie? Wat? Waar? en Wanneer?
- Gebruik je al vaste woorden (termen) voor je collectie?
- Zijn de teksten makkelijk te begrijpen? Zijn er misschien teksten met woorden die mensen nu als kwetsend kunnen zien?
- Heb je duidelijk gemaakt welke rechten gelden voor je collectie?
-
Wat wil je bereiken met je collectie en welke verbeteringen moet je dan doorvoeren?
-
Leg vast op welke manier je de gestelde doelen wil gaan halen.
- Als je weet welke gegevens je wilt controleren of aanvullen, maak dan een duidelijke invoerhandleiding. Zo werkt iedereen op dezelfde manier. Bespreek ook regelmatig waar je tegenaan loopt, zodat je de handleiding kunt verbeteren.
Meer toelichting op hoe je te werk gaat bij het beschrijven vind je hieronder.

Rechten
Is jouw erfgoedcollectie rechtenvrij? Of zijn er toch objecten waarop auteursrecht of de AVG van toepassing is. Het is heel belangrijk om dit uit te zoeken.

Termen
Je collectie wordt beter vindbaar als je gebruik maakt van termen: woorden uit een gemeenschappelijke termenbron.

Toegankelijke taal
Wil je dat zoveel mogelijk mensen van jouw collectie gebruik kunnen maken? Dan is toegankelijke taal heel belangrijk.

Collectie-informatiebeleid
Een collectie-informatiebeleid hangt altijd samen met het algemene beleid voor de collectie.

Grip op je data
Handleiding voor het opschonen van je collectie-informatie.

Dataprofiel collectie-informatie voor het publiek
Hoe ga je het publiek het best bedienen? In dit dataprofiel krijg je per veld een toelichting op het gebruik ervan, gericht op een breed publiek.
Goed aan de slag met beschrijven?