Verbinden
Bij het beschrijven van erfgoed gebruiken we gezamenlijke termenlijsten. Dat helpt om digitale collecties beter vindbaar te maken, omdat we dan allemaal dezelfde woorden gebruiken. Bijvoorbeeld: we schrijven allemaal ‘s-Hertogenbosch in plaats van Den Bosch.
De volgende stap is het verbinden van onze collecties. Daarmee bedoelen we: niet alleen woorden uit de lijst gebruiken, maar die woorden ook linken aan de lijst zelf. Die lijsten staan online, met bij elk woord extra informatie. Bij ‘s-Hertogenbosch zie je dan bijvoorbeeld dat het de hoofdstad van Noord-Brabant is.
Dat heeft voordelen. Stel dat iemand zoekt naar erfgoed uit Noord-Brabant. Ook als jij dat woord niet gebruikt hebt, kan jouw object uit ’s-Hertogenbosch toch gevonden worden — omdat het verbonden is met de juiste term.
Daarvoor is één ding belangrijk: de webadressen van je objecten en van de termen mogen niet veranderen. Anders werken de verbindingen niet meer. Daarom gebruiken we vaste webadressen. Die heten:
-
PID (Persistent Identifier): een vast adres voor een digitaal informatieobject.
-
URI (Uniform resource Identifier): een vast adres voor een term in een termenlijst.
De meeste collectie-informatiesystemen ondersteunen dit al. Wat je zelf nog moet doen, is de juiste termen selecteren en je objecten eraan koppelen.
Zo zorgen we samen voor goed verbonden erfgoedinformatie die makkelijk te vinden is — ook over de grenzen van je eigen organisatie heen.
'NDE-compatibele' systemen
Steeds meer leveranciers van collectiebeheersystemen passen hun software aan op de afspraken uit het Netwerk Digitaal Erfgoed. Zulke systemen noemen we ‘NDE-compatibel’. Daarmee kun je je erfgoedcollectie goed vindbaar maken, zonder dat je daar zelf technische kennis voor nodig hebt.
Aan de slag
Een collectie-informatiesysteem helpt je goed bij het verbinden van je erfgoedinformatie. Zeker als je werkt met een NDE-compatibel systeem. De software zorgt ervoor dat elk object een vast webadres krijgt, een zogenoemde PID. Dit vaste adres is belangrijk voor het maken van verbindingen. Maar het laat ook aan gebruikers zien van wie de informatie komt.
NDE-compatibele systemen kunnen ook koppelen aan gezamenlijke termenlijsten. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de velden waarin je Wie?, Wat? en Waar? vastlegt. Als collectiebeheerder kies je meestal zelf welke termenlijsten je wilt gebruiken. Dat hangt af van het soort collectie dat je hebt.
Maar hoe weet je welke lijst goed past bij jouw collectie? En welke er allemaal zijn? Dat is eenvoudig: het Netwerk Digitaal Erfgoed heeft een zoeksysteem voor alle beschikbare lijsten. Dit heet het Termennetwerk.
Je keuze voor termenlijsten hangt samen met hoe je je collectie beschrijft. Meer hierover lees je bij het onderdeel Beschrijven.
Heb je geen NDE-compatibel systeem, maar wil je toch met PID’s en URI’s werken? Neem dan contact op met de leverancier van je systeem. Vraag of deze functies kunnen worden toegevoegd.
Meer informatie over PID’s en URI’s:

PID's
Elk informatieobject krijgt een vast webadres. Dat zorgt ervoor dat het altijd gevonden blijft worden.

URI's
De termen die je gebruikt hebben ook een vast webadres, zodat de verbinding tussen jouw informatieobject en de termenbron altijd in stand blijft.
Goed aan de slag met verbinden?